CLM pilot kruidenrijk in Proeftuin Drentsche Aa

Slagen van productief kruidenrijk grasland afhankelijk van optelsom van keuzesErvaringen van zeven deelnemers in Proeftuin Drentsche Aa

Door: Julia van Middelaar en Annemarie Dekker (CLM Onderzoek en Advies) met medewerking van Mark de Beer (Groeikracht)

Productief kruidenrijk grasland kan veel voordelen opleveren voor agrariërs, maar daar komt best veel bij kijken. In de Proeftuin voor natuurinclusieve landbouw Drentsche Aa hebben zeven deelnemers van 2022-2024 ervaring opgedaan met productief kruidenrijk grasland onder begeleiding van Julia van Middelaar en Annemarie Dekker van CLM Onderzoek en Advies, Mark de Beer van Groeikracht en Geertje Enting Landbouw en Omgeving. De zeven deelnemers hebben ieder hun eigen keuzes gemaakt, passend bij hun eigen bedrijfsvoering. De deelnemers en begeleiders hebben ervaren dat de kruidenrijkdom en de productie van hun kruidenrijke grasland sterk afhankelijk is van een optelsom van keuzes die gemaakt worden, eerst bij de aanleg van het kruidenrijk grasland, maar vervolgens ook bij het beheer.

Kruidenrijk grasland versus gangbaar grasland

Zijn de keuzes die je maakt in productief kruidenrijk grasland dan zo anders dan de keuzes die je maakt in gangbaar grasland? Voor een deel zeker niet. Grassen, klavers en andere kruiden zijn allemaal planten. En zoals alle planten gebruiken zij zonlicht, CO2 uit de lucht en water en voedingsstoffen uit de bodem om te groeien. Zowel in gangbaar als in kruidenrijk grasland moet de bodemvoorraad aan mineralen en sporenelementen periodiek met behulp van bemesting worden aangevuld. Tegelijkertijd hebben grassen, klavers en kruiden andere behoeften en eigenschappen. Kruidenrijk grasland is in feite een soort mengteelt waarin je als agrariër alle soorten moet zien te bedienen. Na de vroege groeipiek van grassen is het belangrijk om met keuzes t.a.v. bemesting, beweiden en maaien (inclusief maaihoogte) klavers en kruiden voldoende kansen te bieden, zodat zij kunnen zorgen voor een tweede groeipiek.

Geleerde lessen in relatie tot gebiedskenmerken en ondernemers

In deze nieuwsbrief delen we een aantal lessen die deelnemers en begeleiders hebben geleerd in de Proeftuin voor natuurinclusieve landbouw Drentsche Aa. Dit gebied heeft een aantal specifieke kenmerken: droogtegevoelige zandgrond, een hoge onkruiddruk en een sterke samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw in de vorm van grondruil en gezamenlijk grondgebruik. Er wordt daardoor vaak gekozen voor tijdelijk productief kruidenrijk grasland (2-3 jaar) in rotatie met akkerbouwgewassen, vooral aardappelen, suikerbieten en maïs. Onderlinge verschillen tussen de deelnemers deden zich ook voor: verschillen in het leemgehalte van de bodem, in de mate waarin graslanden kunnen worden beregend, in de keuze voor blijvend of tijdelijk kruidenrijk grasland en in de voorkeur voor maaien of beweiden. Met deze kenmerken als achtergrond zijn de geleerde lessen mogelijk ook bruikbaar voor agrarische ondernemers en hun adviseurs in andere gebieden.

Perceelkeuze

Vooral op droogtegevoelige percelen komen de voordelen van productief kruidenrijk grasland tot uitdrukking. Door de diversiteit in beworteling houden de kruiden op droge plekken en in droge periodes beter stand. Ook heeft het de voorkeur om te kiezen voor percelen met een niet al te hoge onkruiddruk. Mechanische of chemische onkruidbestrijding is in kruidenrijk grasland beperkt mogelijk, omdat de waardevolle kruiden juist moeten worden gespaard.

Smalle weegbree blijft in droge periodes langer groen dan de andere ingezaaide grassen, klavers en kruiden.

Kiezen tussen graskruidenmengsels

Het aanbod is zeer divers als het gaat om het aandeel grassen, klavers en kruiden. Eén van de deelnemers zaaide een mengsel met 93% grassen. Dit leverde hem vooral grasland op. In de handleiding Productief kruidenrijk grasland adviseren Janssen et al. (2024) een aandeel van 70-75% grassen (25-30 kg), 7 kg rode en witte klaver en 3 kg kruiden. Vier van de zeven deelnemers bleven dicht bij dit advies met hun keuze voor Dairy grass kruidenrijke weide van Agrifirm, besteld via de campagne 1001ha, dat ook door de Provincie Drenthe wordt gesteund. Wel is in dit mengsel het aandeel grassen iets lager en het aandeel klavers iets hoger.

Keuzes bij het zaaien

In het najaar zaaien (augustus tot midden september) is het meest gunstig. Vocht en de juiste kiemtemperatuur zijn cruciaal voor de ontwikkeling van kruidenrijk grasland. Herinzaai geeft kruiden en klavers de beste kans. Doorzaaien leverde in de Proeftuin een weinig kruidenrijk grasland op door de voorsprong en concurrentie van het gras. Dit kan te maken hebben met de ligging op droogtegevoelige zandgrond, waar het organische stofgehalte vaak lager is en de grasmat relatief dicht.

Kiezen voor een bemestingsregime

De voedingstoestand van de bodem is één van de sleutelfactoren bij het ontwikkelen en in stand houden van kruidenrijk grasland. Naast de eigenschappen van de bodem, speelt daarom het bemestingsregime een belangrijke rol. Aanvullend op bodemanalyses kunnen mest- en kuilanalyse inzicht geven in de gewenste bemesting. Om de deelnemers te ondersteunen bij het maken van een eigen bemestingsplan is onderstaand stappenplan opgesteld. In de eerste stap gaat het o.a. om de zuurgraad (pH) van de bodem. Dit is een belangrijke parameter die de vestiging van klavers en kruiden beïnvloedt. Voor grasklaver of kruidenrijk grasland op zandgrond ligt de optimale pH tussen de 5,2 en de 5,5. Bij een pH < 5,2 is het advies om met kalk de bodem minder zuur te maken. Drie deelnemers die productief kruidenrijk gras telen in rotatie met aardappelen zagen hiervan af, omdat voor de aardappelteelt juist een lagere pH is gewenst. Eén van de deelnemers met blijvend productief kruidenrijk grasland had met 5,5 een geschikte pH, maar zag toch dat de klavers en kruiden niet of nauwelijks tot ontwikkeling kwamen. Wat hiervan de oorzaak was is niet bekend. Over het algemeen is het op een schraal perceel belangrijk om voldoende te bemesten, vooral met fosfor, kali en zwavel. De klavers moeten zich eerst kunnen ontwikkelen voordat ze zelf in staat zijn om stikstof uit de lucht te binden en af te geven aan de bodem. Om deze natuurlijke stikstofbinding zijn werk te laten doen is het belangrijk om later in het seizoen terughoudend te zijn in de (stikstof)bemesting, anders worden de klavers ‘lui’.

Keuzes rond maaien en beweiden

Terwijl de meeste deelnemers hun productieve kruidenrijke grasland net zo hebben gemaaid en/of beweid als hun reguliere grasland, was één van hen nieuwsgierig naar de effecten van zowel maaien als beweiden. Hij deelde daarom zijn proefperceel op in plots. Hij koos voor vier kwadranten om ook te kunnen spelen met de kunstmestgift. Tijdens de kruidentelling in het tweede jaar van het experiment liet het plot dat werd beweid en bovendien de laagste kunstmestgift kreeg, het hoogste aandeel kruiden en ook de grootste kruidenrijkdom zien. Op het gemaaide plot hadden vooral cichorei, smalle weegbree, wilde peen en luzerne geprofiteerd van het maaibeheer. Ook was de spreiding van kruiden gelijkmatiger.

Na een aantal jaren ontstaat vaak een onbalans in het kruidenrijke grasland: grassen krijgen gemakkelijk de overhand, terwijl kruiden en klavers zich maar op een paar plekken weten te handhaven. Het verschilt per kruidensoort (en ras) hoe persistent ze zijn. Vooral cichorei, rode klaver, smalle weegbree en witte klaver staan erom bekend zich langjarig te kunnen handhaven. Met het maai- en weidebeheer kan worden gestuurd op het behouden van zoveel mogelijk verschillende soorten.

Beweide percelen zijn vaak rijker aan soorten, zoals we ook zagen bij bovengenoemde deelnemer met vier kwadranten. Door de begrazing – in combinatie met vertrapping en onregelmatige bemesting – ontstaan er microvariaties in het kruidenrijke grasland. Bij meer dan 3 dagen aaneengesloten weiden is er wel het risico dat kruiden wegvallen. Wie kiest voor maaibeheer kan het beste variëren in zowel maaifrequentie als maaihoogte om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillende behoeften van grassen, klavers en kruiden. Klavers profiteren van relatief kort maaien: ca. 5-6 cm. Gras groeit het snelste aan na op 7-8 cm hoogte te zijn gemaaid. Door het kruidenrijke gras op 5 cm te maaien kan men het gras dus wat “plagen” om klavers en lage kruiden meer kansen te bieden. Een aantal hoger opschietende kruiden zullen echter juist profijt hebben van wat hoger maaien. Omdat soorten zich aanpassen aan het maaibeheer is het niet wenselijk om te wisselen van maaihoogte bij de verschillende snedes in het jaar. Het beste is om per perceel, of nog liever per strook, jaarrond een vaste maaihoogte te hanteren.

Zorg voor de bodem

Bij alle deelnemers zijn bodembeoordelingen uitgevoerd door Anna Zwijnenburg van Van Tafel naar Kavel. Bij een aantal van hen bleek de bodem meer of minder te zijn verdicht. Een enkele keer was de verdichting zo sterk dat de penwortels van diep wortelende kruiden boven de verdichte laag zijwaarts groeiden. De wortels van de smalle weegbree bleken wel in staat om door een verdichte laag heen te groeien.

Om te kunnen profiteren van de voordelen van diep wortelende kruiden is het belangrijk om de bodemverdichting te voorkomen of, als deze er eenmaal is, te verminderen. Om de deelnemers hierbij te ondersteunen is onderstaande beslisboom gemaakt.

Conserveren van maaisnedes

Het bewaren van maaisnedes is voor melkveehouders met kruidenrijk grasland ook een aandachtspunt, omdat de verschillende soorten grassen, klavers en kruiden bij elke maaibeurt in een ander groeistadium zitten. Conservering en bewaring in een grassilage gaat dan vaak moeizamer. Het inkuilproces is te ondersteunen door gebruik te maken van de juiste toevoegmiddelen (inoculanten) tijdens het oogsten. Een betere conservering leidt tot minder verliezen bij de bewaring en daarmee tot een hogere benutting door het (melk)vee. Voor de deelnemers aan de proeftuin is onderstaand keuzeschema opgesteld om op basis van het droge stofgehalte bij inkuilen het juiste toevoegmiddel in te zetten.

Voordelen voor boer en maatschappij

Vanuit verschillende hoeken wordt (productief) kruidenrijk grasland gestimuleerd, omdat deze vorm van graslandbeheer voordelen voor (melk)veehouders met zich mee kan brengen, terwijl er ook een positieve bijdragen aan maatschappelijke doelen te verwachten zijn, vooral als het gaat om biodiversiteit. In een parallel project zijn deze bijdragen – vanuit de theorie – in kaart gebracht. In de Proeftuin was er geen ruimte om de theoretische relaties in de praktijk te toetsen. Hoofddoel van de Proeftuin was om agrarische ondernemers de kans te bieden om zelf meer ervaring op te doen met productief kruidenrijk grasland. De deelnemers vonden het een waardevol leertraject en zijn zich nu meer bewust van de keuzes die ertoe doen. Ook hebben ze ervaring opgedaan met metingen die belangrijke informatie opleveren om keuzes op te baseren.

Naast de experimenten met productief kruidenrijk grasland zijn in de Proeftuin voor Natuurinclusieve landbouw Drentsche Aa ook experimenten uitgevoerd met mengteelten en met kansrijke akkerbouwgewassen in een ruimere gewasrotatie. De Proeftuin is uitgevoerd in opdracht van Agrarische Natuur Drenthe met financiering door de Provincie Drenthe in het kader van de Regiodeal Natuurinclusieve Landbouw en de Agenda Boer Burger Natuur Drenthe.

Voor vragen of meer informatie: Annemarie Dekker, CLM Onderzoek en Advies, adekker@clm.nl, 0345-470721

Deel dit

Meer nieuws

LLTB
07.04.2025

Urgenda-donateurs vullen lege LVVN-pot voor kruidenrijk grasland aan

Donateurs van Urgenda stoppen 50.000 euro in de subsidiepot voor kruidenrijk grasland. Daarmee compenseren zij dat de bijdrage van het ministerie van LVVN voor de...
Lieuwe 4
03.04.2025

Deelnemers gezocht: Vul de kruidenrijk grasland enquête (7 min) in en maak kans op een prijs! 

Onderzoek beweegredenen kruidenrijk grasland
251819
27.03.2025

Nieuwe Oogst: Hoe houd je kruiden langer dan een jaar in kruidenrijk grasland?

'Met het juiste management is het mogelijk om mengsels vier tot vijf jaar in stand te houden. Maar het vraagt echt een andere aanpak dan...