Mondjesmaat groeit het Nederlandse areaal kruidenrijk grasland. Zaaizaadleveranciers zien steeds meer boeren de overstap maken of het aandeel vergroten. Ze worden mede aangemoedigd door de campagne 1001ha.
Bij productief kruidenrijke graslanden wordt een groot aandeel ingezaaide klavers en kruiden gecombineerd met een iets lagere bemesting met drijfmest en kunstmest dan gebruikelijk bij blijvend grasland. Van productief kruidenrijke graslanden kunnen meestal zes sneden worden geoogst.
Vier jaar geleden was de doelstelling van de campagne 1001ha om een even grote oppervlakte aan kruidenrijk grasland in te zaaien. Inmiddels staat de teller van deze actie op 7.000 hectare. Bijna 1.500 boeren hebben via deze route de biodiversiteit op het boerenland vergroot en het gebruik van kunstmest teruggebracht. 97 procent van hen zegt dat de productie van ruwvoer hetzelfde of beter is dan op andere percelen, blijkt uit eigen onderzoek.
Nieuwe vaste klanten
‘Het loopt als een trein’, zegt Kevin Mannens, adviseur landbouwzaden bij Zaadhandel Neutkens. Het bedrijf is als een van de leveranciers betrokken bij de campagne. De verkoopcijfers zitten over de hele linie in de lift, terwijl de verkoop in het najaar nog niet is meegenomen. ‘Het is een prima aanjager. We zien daarnaast dat boeren vaste klant worden en dat vooral productief kruidenrijk grasland in aandeel groeit’, zegt Mannens.
Zaadhandel Neutkens heeft vooral biologische rundveehouders als klant en ziet veel gangbare boeren aankloppen voor een kruidenrijk mengsel.
‘Zeker als boeren nog geen ervaring hebben, kijken we graag op het bedrijf mee naar de grondsoort, de bedrijfsvoering en de veestapel om vervolgens de beste mix aan grassen, klavers en kruiden samen te stellen’, verhaalt de adviseur. ‘Anderen zijn al tevreden met de ervaringen die ze hebben en willen gewoon het areaal gaan uitbreiden.’
Cijfers onbekend
Cijfers over het totale areaal in Nederland door de jaren heen zijn onbekend. ‘Ik zou dit nu schatten op zo’n 25.000 hectare’, zegt Roy Kuenen, productmanager ruwvoer bij DSV zaden. ‘We zien het aandeel door de jaren heen wat schommelen. Als boeren een vergoeding krijgen via een keurmerk, gaat het opeens sneller’, merkt hij.
‘Nu het ook onderdeel is van de succesvolle campagne en punten oplevert binnen de ecoregeling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, zet de groei door. Van het grasland dat opnieuw wordt ingezaaid, is 5 tot 10 procent kruidenrijk’, constateert Kuenen.
Sentiment omgeslagen
‘Vijf jaar geleden proefde ik op een demodag nog een enorme weerstand’, blikt de productmanager terug. ‘De voederwaarde en de opbrengsten vielen volgens veel melkveehouders zwaar tegen. Dat sentiment is compleet omgeslagen; boeren hebben specialistische vragen over bijvoorbeeld het aandeel smalle weegbree in een mengsel. Telers zien veel voordelen in de praktijk; voor de biodiversiteit, de bodemgezondheid en de opbrengsten.’
Een belangrijke afweging is ook diergezondheid, ervaart Mannens. ‘De koeien vreten het goed en het ruwvoer is rijk aan mineralen wat een waardevolle aanvulling is op het rantsoen.’ Daarnaast speelt volgens hem de weerbaarheid een grote rol. ‘Dit jaar is het nat en vorig jaar was het extreem droog en op alle gronden zijn de opbrengsten met een soortenrijk mengsel onder beide omstandigheden goed.’
‘Behalve dat het een intrinsieke motivatie kan zijn om voor kruidenrijk te kiezen, maken veel boeren ook gewoon een rekensom’, verwoordt Kuenen. ‘Nog los van eventuele financiële ondersteuning kun je met vlinderbloemige gewassen in het mengsel besparen op kunstmest. Volgens onze berekeningen loopt dat op tot meer dan 130 euro per jaar per hectare, nog los van de loonwerkkosten.’ Mannens ziet ook dat boeren vooruitlopen op de afbouw van derogatie.
Het Louis Bolk Instituut is betrokken bij veel onderzoeken naar kruidenrijk grasland en wijst erop dat productief kruidenrijk grasland afhankelijk is van het succesvol aanslaan van de vlinderbloemigen in het perceel, zeker in de loop van de jaren. Dat maakt het alternatief voor blijvend grasland minder bedrijfszeker.
Vakmanschap
‘Het komt veel meer aan op vakmanschap’, bevestigt Kuenen. ‘Gras maakt een snellere start dan veel kruiden, dus bij het zaaien bij een hogere bodemtemperatuur komen kruiden beter tot hun recht.’
Volgens de productmanager is het de kunst om met maaien en bemesting te gaan sturen. ‘Met maaien en meer bemesting doen de grassen het beter, met minder of hoger maaien en minder meststoffen ontwikkelen de kruiden zich juist goed. Het is vaak een kwestie van de gulden middenweg vinden.’
Opnieuw zaaien
Toch zijn na een jaar of vier de meeste kruiden wel uit de percelen, ervaren de zaaizadenleveranciers. Resultaten bij doorzaaien vallen tegen. Dus is opnieuw zaaien vaak de meest gekozen optie.
Mannens: ‘Als boeren geen grasland mogen scheuren of graag blijvend grasland willen, dan adviseren we een goede basis van grassen en klavers. Als de kruiden na een aantal jaren zijn verdwenen, dan blijft een perceel over dat nog jaren meekan.’
Volgens Kuenen zijn er nog veel verbeteringen in de veredeling van zaden mogelijk en groeit het aandeel de komende jaren verder. Hij ziet dat boeren en tuinders de kruidenrijke graslanden ook gebruiken in een rotatieteelt of als rustgewas. ‘Voor de akkerbouwgewassen die volgen, zit dan al een mooie voorraad stikstof in de bodem.’
Goede resultaten worden bevestigd door onderzoek
Onderzoek bevestigt de goede resultaten van productief kruidenrijk grasland in de praktijk. De opbrengst en voederwaarde van productief kruidenrijk grasland zijn vergelijkbaar met of zelfs hoger dan van blijvend grasland, concludeerde het Louis Bolk Instituut deze zomer, in samenwerking met Wageningen University & Research en de Vlinderstichting. Op twaalf locaties in de Achterhoek zijn 36 graslandpercelen onder de loep genomen. Bij een hoge bemesting met voldoende vocht zagen de onderzoekers weinig verschil in opbrengst aan droge stof bij blijvend grasland en productief kruidenrijk grasland. Extensief kruidenrijk grasland had duidelijk een lagere opbrengst. Ook voor de verteerbaarheid van het voer was er geen verschil tussen blijvend grasland en productief kruidenrijk grasland. ‘Extensief’ was duidelijk minder verteerbaar. De CO2-opslag in organische stof in de bodem is bij alle drie de graslandtypen hoog. De bovengrondse biodiversiteit verschilt wel sterk. De onderzoekers zien dat bemestingen en maaibeurten ten koste gaan van de soortenrijkdom op de percelen. Zo zijn in extensief kruidenrijk grasland opvallend meer soorten en grotere aantallen bestuivende insecten aangetroffen dan in productief kruidenrijk grasland en blijvend grasland. Vanwege de relatief hoge intensiteit van het landgebruik kunnen veel insecten in productief kruidenrijk grasland niet hun levenscyclus voltooien. Productief kruidenrijk grasland vormt vanuit het oogpunt van biodiversiteit een betere basis dan blijvend grasland, maar vormt geen vervanging voor wat extensief kruidenrijk grasland te bieden heeft.
Lees het originele artikel door Michiel Elands in de Nieuwe Oogst
Foto’s: Twan Wiermans